VVD NH: provincie blijf bij je rol als stimulator, ga niet zelf beoordelen of gewasbeschermingsmiddelen toelaatbaar zijn

Tijdens de vergadering van de provincie op donderdag 11 juni 2020 heeft de Partij voor de Dieren vragen gesteld aan het college van Gedeputeerde Staten over gewasbeschermingsmiddelen. Gewasbeschermingsmiddelen worden in de agrarische sector gebruikt om bijvoorbeeld de kwaliteit van ons voedsel te waarborgen. De consument accepteert immers geen luizen of wormen in hun verse groente.

De VVD ziet in de vragen van de PvdD een wens om meer provinciale beperkingen of verboden op te leggen. De VVD Noord-Holland trekt hier een duidelijke lijn. Woordvoerder Bas de Wit (Landbouw): "De provincie moet niet de rol van het Ctgb op zich gaan nemen. Het Ctgb bepaalt op basis van haar deskundigheid welke gewasbeschermingsmiddelen wel en niet toegestaan zijn in Nederland, en dus ook in Noord-Holland. Ondernemers besluiten uiteindelijk welke toegestane middelen zij willen inzetten. Laten we dat vooral zo houden."

 
Provincie kan stimulerende rol op zich nemen, altijd in gezamenlijkheid met de agrarische sector

In het coalitieakkoord heeft de VVD wel afgesproken dat de provincie gaat stimuleren om het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen te verminderen. Volgens de VVD werken provincie en agrarisch ondernemers wat dat betreft aan hetzelfde doel: ook ondernemers hebben er belang bij om met zo weinig mogelijk gewasbeschermingsmiddelen, en dus minder kosten, een zo goed mogelijke oogst te behalen. Voor de VVD is het essentieel dat de sector en de provincie hierover in gesprek zijn en blijven. De Wit: "Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen is onderdeel van breed maatschappelijk debat. Het is belangrijk om daar met alle betrokkenen over te kunnen spreken, van boer tot consument. Stimulatie betekent denken in kansen, niet tegenover elkaar zetten. Dat is de weg die de VVD Noord-Holland voor zich ziet."