Vooral toenemend wegverkeer en
woningbouw spelen de stiltegebieden parten.[1]
Hoe met de stiltegebieden omgegaan wordt, is een verantwoordelijkheid die in
eerste instantie bij de provincies ligt.
Noord-Holland doet het goed
Maar wist u dat Noord-Holland niet
alleen het grootste aantal stiltegebieden heeft in vergelijking met de provincies
Flevoland, Utrecht en Zuid-Holland? En ook het grootste oppervlakte aan zulke
gebieden? (Ca. 72.000 ha in NH tegenover 57.000 in ZH, 16.000 in U en 1500 in
F.) En dat het aantal stiltegebieden met
slechts 4% is gedaald in deze provincie in vergelijking met maar liefst 78% in
Flevoland?
Fluisteren op 5 meter
Op basis van de laagste
richtwaarde (35 decibel) is bovendien 80% van die gebieden in NH nog steeds
stil te noemen. Wat betekent dat, 35 decibel? Gefluister op 5 meter afstand, zelfs
de vogels fluiten harder. Weet u waar al die stiltegebieden liggen? Als u nu nee
zegt bent u niet de enige: we hebben ons namelijk de afgelopen jaren vooral
gericht op het behouden van stiltegebieden en nog te weinig op het benutten ervan, blijkt uit een onderzoek naar stiltegebieden in bovengenoemde provincies.[2]
Benutten of behouden?
De provincie bepaalt de regels en
het beleid voor stiltegebieden. De ene provincie is hierbij meer gericht op het
beschermen van de stilte en de andere meer op het beleven van de stilte. GS van
NH stelden voor om bij de komende evaluatie van de Stiltegebieden een keuze te
maken: voor benutten of voor behouden, of een keuze per gebied.
Standpunt VVD
De fractie van de VVD heeft hierbij een aantal aandachtspunten meegegeven. In
de eerste plaats dat de keuzes op gebiedsniveau moeten worden gemaakt in
samenspraak met de lokale betrokken partijen. In de tweede plaats dat er realistische
maatregelen moeten worden genomen, dus: geen bomen planten als
geluidwerende maatregel in een open gebied. En
geen geluidsreducerende maatregelen nemen daar waar de kosten niet opwegen
tegen de effecten. Aanbevelingen van de
Rekenkamer zoals de toegankelijkheid van stiltegebieden verbeteren en stiltegebieden
inzetten om het bereiken van andere beleidsdoelen te ondersteunen, juicht de
VVD van harte toe.
Kortom: de VVD pleit voor
realistische keuzes op basis van uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid bij de
komende evaluatie van de stiltegebieden. Ook als dit, net als in andere
provincies, leidt tot minder stiltegebieden. Stiltegebieden die je niet
werkelijk als zodanig benut (wanneer recreanten bijvoorbeeld geen toegang
hebben) vinden wij niet realistisch. Laten we hierin vooral samenwerken met de
betrokken partijen in het gebied, dat is ook waar de omgevingsvisie om vraagt.
Andrea van Langen
Woordvoerder Natuur, Landbouw en Visserij.