Mevrouw Van Geffen maakt sinds september 2021 geen deel meer
uit van de VVD-fractie in Provinciale Staten van Noord-Holland. Dit kwam door een
gebrek aan vertrouwen in haar functioneren binnen de fractie omdat zij zich
niet aan de afspraken hield en omdat ze onterechte beschuldigingen van
intimidatie uitte. Er was sprake van een onwerkbare situatie. Op 14 juli 2022 diende
het kort geding dat mevrouw Van Geffen had aangespannen tegen de VVD-fractie. In
het kort geding had mevrouw Van Geffen als eerste eis dat ze weer toegelaten moest
worden tot de fractie en de fractievergaderingen en als tweede eis wilde zij
dat een verklaring van de fractie (die overigens reeds 6 maanden offline is) omtrent
haar vertrek zou worden gerectificeerd. De VVD-fractie had als standpunt dat er
sinds september 2021 geen verandering in de situatie was, dat de verklaring
feitelijk juist was en dat de eisen van mevrouw Van Geffen niet moesten worden
ingewilligd.
Vandaag heeft de rechter uitspraak gedaan en de fractie is op
alle punten in het gelijk gesteld, zodat mevrouw Van Geffen niet tot de fractie
en de fractievergaderingen zal worden toegelaten en ook zal de verklaring niet gerectificeerd worden. De rechter oordeelt dat de fractie zorgvuldig heeft gehandeld
en dat het eerder mevrouw Van Geffen is geweest die onzorgvuldig heeft
gehandeld door te spreken van intimidatie zonder daar bewijs of onderbouwing
voor te geven. De fractie is blij met deze uitspraak, mede omdat dit de
bevestiging is van het standpunt van de fractie. De fractie hoopt deze kwestie nu achter zich te kunnen laten en zal met volle inzet en goede moed het liberale gedachtengoed blijven uitdragen.