Tunnelvisie in de Staten

Vorig jaar is door de Staten gevraagd om een tweede variant aan de voorkeursvariant van GS toe te voegen, een verdiepte weg op het tracé door Krommenie; de Nulplus-variant. Deze Nulplus-variant zou een voldoende oplossend vermogen hebben, de Stelling wordt niet doorsneden en zou bovenal een goedkopere oplossing zijn. De stuurgroep wilde graag dat ook de Golfbaan-variant zou worden toegevoegd.

© Coentunnel

Echter was de Nulplus-variant niet volledig uitgewerkt. Om een Milieu Effect Rapportage (MER) te kunnen opstellen en ook iets zinnigs te kunnen zeggen over de aanlegkosten, moest de Nulplus-variant uitgewerkt worden tot eenzelfde niveau als de andere varianten.

Lichte voorkeur

Begin dit jaar lag er (na inspraakrondes en werkateliers) een uitgewerkte Nulplus-variant op tafel. Niet de gewenste verdiepte weg, maar een weg op pootjes. De verdiepte variant is van tafel gehaald wegens gebrek aan ruimte. De ruimte in Krommenie is immers beperkt en wordt afgebakend door woningen en spoor. Er is naar een alternatief gezocht en dat werd een viaduct door Krommenie met als alternatief een tunnel. Beide varianten voldoen, maar er is een (lichte) voorkeur voor de verhoogde variant. Dit omdat het risicoprofiel bij aanleg van een tunnel hoger is en er een reële kans is op extra kosten tijdens de aanleg.

Dilemma

De uitspraak ‘een tussen haakjes lichte voorkeur’ is voor veel fracties een aanleiding om aan te dringen om de tunnelvariant van de Nulplus als vierde variant aan de MER toe te voegen. Gedeputeerde Post heeft toen aangegeven dat ze aan de stuurgroep zal voorleggen om nog een variant de MER-procedure in te laten gaan.

De stuurgroep heeft echter op haar beurt geadviseerd om dat vooral niet te doen. De regio zit niet te wachten op verdere vertraging en wenst nu door te gaan met de MER studie. Daarmee had de gedeputeerde een dilemma, luistert ze naar wat een meerderheid in Provinciale Staten wil of luistert ze naar de regio? Ze besloot, terecht, te luisteren naar de regio en geen extra variant mee te nemen naar de MER.

Interpellatiedebat

Afgelopen Statenvergadering (10 april) is er door GroenLinks een interpellatie debat gevoerd met als doel om middels een motie af te dwingen opnieuw een studie te doen naar de mogelijke varianten. Daarbij ook ruimte gevend aan nieuwe initiatieven van bijvoorbeeld LTO.

In dit debat heeft de VVD aangegeven geen behoefte te hebben aan het toevoegen van welke variant dan ook. De gedeputeerde heeft geluisterd naar dat wat er in de stuurgroep gezegd is. Daarmee voldoet ze wat ons betreft aan het eerder veel gehoorde verzoek in de Staten om goed naar de regio te luisteren. Het is dan ook vreemd dat veel partijen nu van mening zijn dat - tegen de wil van de regio in - nieuwe varianten moeten worden toegevoegd waardoor het proces zou vertragen.

Keuze voorkeursvariant

De motie van GroenLinks kreeg uiteindelijk enkel steun van de oppositie. Daarmee gaat de MER-procedure nu van start met de 3 varianten (Nulplus-, Heemskerk- en Golfbaanvariant). De verwachting is dat rond de zomer van 2017 de resultaten bekend zijn. De voorkeursvariant zal dan vlak na de zomer worden vastgesteld.