Aan de ketting door een kettingbeding?

Op 20 februari stond het NPO1 programma De Monitor volledig in het teken van woningbouw rondom Schiphol. In de uitzending ontstond direct al veel onduidelijkheid over de gevolgen van een kettingbeding en over de verschillende rollen en verantwoordelijkheden van betrokkenen.

Op 20 februari stond het NPO1 programma De Monitor volledig in het teken van woningbouw rondom Schiphol binnen de zogenaamde 20Ke contouren. Met name werd aandacht besteedt aan de werking van het kettingbeding in koopcontracten. Kopers van huizen binnen de contour zijn verplicht om dit kettingbeding te ondertekenen en dus ook verplicht, onder straffe van een boete, om dit bij verkoop weer in het verkoopcontract op te nemen. Het kettingbeding houdt in dat de kopers geïnformeerd zijn over, en zich bewust zijn van de nabije aanwezigheid van Schiphol en de overlast die hiermee gepaard gaat.


In de uitzending ontstond direct al veel onduidelijkheid over de gevolgen van een kettingbeding en over de verschillende rollen en verantwoordelijkheden van betrokkenen. Aan het woord kwamen een makelaar, jurist, wethouder en gedeputeerde van de provincie van Noord-Holland. Echter, uit het uitgezonden materiaal werd niet duidelijk wat precies de gevolgen zijn en of het juridische kader, dat door het kettingbeding wordt gecreëerd, voldoet voor zowel gemeenten als woningkopers in het gebied. 


De VVD maakt zich zorgen over de onduidelijke rolverdeling en vraagt zich af wie, wanneer en waarvoor verantwoordelijk is. Daarom hebben VVD Statenleden Esther Rommel en Jerry Kramer vragen gesteld aan Gedeputeerde Staten.


De VVD wil onder andere weten wat de rol is van de gemeenten rondom Schiphol en welke mogelijke consequenties dit heeft voor de huidige maar ook toekomstige huiseigenaren rondom Schiphol. Ook wil de VVD weten wat de rol van de provincie is. Daarnaast wil de VVD weten wie verantwoordelijk is voor eventuele schadeclaims. Een volledig overzicht van de vragen is hieronder te vinden. De beantwoording van deze vragen moet uiterlijk 30 maart binnen zijn.