VVD stelt vragen over chroom-6 verf op bruggen en wegen in NH

Chroom-6 is een metaal dat onder meer in verf werd toegepast vanwege de roestwerende eigenschappen. Het is in het verleden veel toegepast op stalen objecten zoals bewegende delen van bruggen. Al sinds de jaren '80 is bekend dat het gebruik van chroom-6 zeer gevaarlijk voor de volksgezondheid is.

De VVD heeft Gedeputeerde Staten gevraagd om meer duidelijkheid te geven over hoeveel chroom-6 verf er nu eigenlijk gebruikt is in NH, hoe de provincie in het verleden omging met gezondheidsrisico's en wat GS daar nu mee doet. De antwoorden worden binnen 30 dagen verwacht.

De aanleiding voor de vragen is dat de Provincie Noord-Holland in februari 2018 een quick scan heeft laten uitvoeren op de aanwezigheid van chroom-6 houdende verf op de draaiende delen van stalen kunstwerken, zoals bruggen.

In het Noord Hollands Dagblad van 18 juli jl. valt te lezen dat bij een groot aantal, van de in de quick scan onderzochte kunstwerken, in het verleden chroom-6 houdende verf is toegepast, waaronder de Sint Maartensvlotbrug.

De aanwezigheid van chroom-6 houdende verf op kunstwerken vormt op zichzelf geen gevaar voor de volksgezondheid. Hoewel een Europees verbod op het gebruik van chroom-6 houdende verf pas in 2017 is ingevoerd wordt er vanaf 2000 al geen gebruik meer gemaakt van deze verf.

Het aanbrengen dan wel het bewerken van chroom-6 houdende verf is echter wel gevaarlijk. Er moeten dan ook beschermende maatregelen getroffen worden als er een risico is dat er chroom-6 vrijkomt.

Op de website van de provincie is terug te vinden dat er ook een vermoeden bestaat dat chroom-6 houdende verf in het verleden toegepast is op andere stalen objecten zoals verkeersborden, geluidsschermen en portalen.

-------------------------------------------------------------------

VRAGEN

Naar aanleiding van de berichten in de media en het bericht op de website van de provincie heeft de VVD de volgende vragen:

Vraag 1:
De quick scan is door u gedaan naar aanleiding van de aanwezigheid van chroom-6 houdende verflagen op de Sint Maartensvlotbrug. Wat is de reden dat u op dit kunstwerk een preventief onderzoek heeft laten doen?

Vraag 2:
Naar aanleiding van de quick scan geeft u aan met ingang van heden voorafgaand aan onderhoud eerst onderzoek te laten verrichten naar de aanwezigheid van chroom-6. Hoe was de handelswijze bij onderhoud en werkzaamheden aan stalen objecten voordat de resultaten van de quick scan bekend werden?

Vraag 3:
De Provincie Noord-Holland kent een redelijk hoog onderhoudsniveau. Kunt u aangeven aan hoeveel van de kunstwerken, waarvan uit de quick scan is gebleken dat er chroom-6 houdende verf aanwezig is, werkzaamheden zijn uitgevoerd tussen 2000 en 2018? En kunt u tevens aangegeven of er tijdens die werkzaamheden een risico was op blootstelling aan chroom-6?

Vraag 4:
Kunt u aangeven hoeveel kunstwerken en andere objecten binnen de Provincie Noord-Holland mogelijk voorzien zijn van chroom-6 houdende verf? Indien ja, om hoeveel objecten gaat het? Indien nee, waarom niet?

Vraag 5:
Kunt u aangeven hoe de provincie is omgegaan met het toepassen van chroom-6 houdende verf in de tijd tussen het bekend worden dat het aanbrengen en verwijderen van dit middel niet goed voor de volksgezondheid is en het besluit om het vanaf 2000 niet meer te gebruiken? Indien ja, hoe? Indien nee, waarom niet?

Vraag 6:
Kunt u aangeven in welke mate mensen die in het verleden, in opdracht van de provincie, werkzaamheden hebben uitgevoerd waarbij ze zijn blootgesteld aan chroom-6 gezondheidsrisico’s hebben gelopen? Indien ja, welke gezondheidsrisico’s hebben zij gelopen? Indien nee, waarom niet?

Vraag 7:
Geeft de provincie in zijn aanbestedingen aan dat een veilige werkomgeving belangrijk is en dat persoonlijke beschermingsmiddelen op adequate wijze gebruikt dienen te worden? Wanneer nee, waarom niet?  Indien ja, sinds wanneer wordt dit bij chroom-6 verdachte objecten gedaan en welke beschermingsmiddelen worden dan geëist en wordt dit dan ook gecontroleerd?

Vraag 8:
Zijn er bij de provincie gevallen bekend van mensen die door werkzaamheden, in opdracht van de provincie, uitgevoerd aan kunstwerken of andere stalen objecten ziek zijn geworden door contact met chroom-6?

Vraag 9:
Hoe is de aansprakelijkheid geregeld met betrekking tot ziektegevallen door chroom-6 van mensen die, in opdracht van de provincie, werkzaamheden hebben uitgevoerd?

Vraag 10:
In onze provincie zijn meerdere stalen kunstwerken en andere stalen objecten te vinden die in het beheer zijn van andere overheden. Deelt u onze mening dat alle overheden preventief onderzoek zouden moeten doen vooraf gaand aan werkzaamheden? Heeft u daarover ook overleg met deze overheden?