Het
Noordzeekanaalgebied - dat loopt van IJmuiden tot Amsterdam - is een erg belangrijk gebied voor
Noord-Holland. Het is een mengvorm van bedrijvigheid op en rond het water, van wonen,
van werken en van recreatie. Het is ook een gebied waar een flinke druk op de
ruimte staat, want er zijn verschillende ideeën en belangen. Zo wil de één
graag ruimte reserveren voor bedrijven die werken met nieuwe energie zoals
waterstof, denken anderen dat er best duizenden woningen bij kunnen en weer
anderen wijzen op het gebrek aan plaats voor het tijdelijk halteren van
binnenschepen die soms ook rust nodig hebben. De bestaande industrie in het
Noordzeekanaalgebied zoals de cacao-bedrijven, borduurt onverminderd voort op
eeuwenoude trots met een tweede plaats op de wereldranglijst van cacaohavens.
Kortom, juist de populariteit van dit gebied voor vele partijen geeft ook een
bepaalde spanning.
Vragen heeft de VVD Noord-Holland ook vanuit het
provinciale coalitieakkoord Duurzaam
Doorpakken, waarin staat dat zowel havenontwikkeling als woningbouw van
groot belang zijn voor Noord-Holland. Het bouwen van woningen mag niet
betekenen dat er minder ruimte komt voor de maritieme en nautische
activiteiten. Dat is niet alleen belangrijk voor de werkgelegenheid waarmee
burgers hun woningen en andere uitgaven kunnen betalen, maar ook voor de
verduurzaming van de haven en de ontwikkeling tot duurzame energiehavens –
immers, dat vraagt ook ruimte.
Kortom, VVD Noord-Holland wilde graag weten van het
College van Gedeputeerde Staten hoe de Provincie Noord-Holland betrokken is of
wordt bij de totstandkoming van de Amsterdamse visie op de haven. Bovendien wil
VVD Noord-Holland voorkomen dat een onzeker investeringsklimaat en een onwelkom
vestigingsklimaat voor bedrijven ontstaat in het Noordzeekanaalgebied.
Gezamenlijke afspraken maak je niet voor niets! En die zijn er om ons aller
welzijn en welvaart te ondersteunen.
VRAGEN INCLUSIEF BEANTWOORDING GEDEPUTEERDE STATEN
Vraag 1:
Klopt het dat de gemeente Amsterdam aan
een nieuwe visie voor de haven werkt?
Antwoord
1:
Ja.
Vraag 2:
Zo ja, in hoeverre is provincie Noord-Holland betrokken bij de totstandkoming
van deze visie op de Amsterdamse haven?
Antwoord
2:
De gemeente Amsterdam heeft de
stakeholders ambtelijk, waaronder de provincie, door het bureau Berenschot
laten interviewen om zo bouwstenen te verzamelen voor het opstellen van de
visie.
Vraag
3:
Zo ja, hoe verhoudt deze visie zich tot
de bestaande Visie Noordzeekanaalgebied 2040? In hoeverre wordt transformatie
van haven naar woningbouw in de gemeentelijke visie opgenomen? Wordt de
benodigde maritieme en nautische ruimte gegarandeerd?
Antwoord
3:
De visie Noordzeekanaalgebied is
uitgangspunt voor de op te stellen visie van de gemeente Amsterdam. Wat er
precies in de nieuwe visie van de gemeente Amsterdam komt te staan is nog
onbekend omdat deze nog opgesteld moet worden.
Vraag
4:
Hoe kan een onzeker investeringsklimaat
en een onwelkom vestigingsklimaat voor bedrijven in het Noordzeekanaalgebied
worden voorkomen?
Antwoord 4:
Wij zien het Noordzeekanaalgebied als een
economische motor voor de werkgelegenheid. Dit dragen wij ook uit naar de
bedrijven, gemeenten, de havenbeheerders en het Rijk. Via het Bestuursplatform
Noordzeekanaalgebied hebben wij opdracht gegeven om een gezamenlijk
vestigingsbeleid op te stellen met als doel de internationale
concurrentiepositie van het gebied te versterken. Uitgangspunten hierbij zijn:
een gerichte selectie van bedrijven die zich op de bedrijventerreinen kunnen
vestigen. Denk hierbij aan het versterken van circulaire economie op de
bedrijventerreinen door per bedrijventerrein aan te geven welke bedrijven er
nodig zijn om de ketens te kunnen sluiten.