Op bezoek in de haven bij ICL

In de havens van het Noordzeekanaalgebied komt allerlei problematiek bij elkaar: de ruimte die geclaimd wordt voor bedrijvigheid, de energietransitie en circulaire economie, woningbouw, bereikbaarheid, stikstof…. alle reden dus voor Bas de Wit en Grethe van Geffen om een bezoek te brengen – corona-proof – aan ICL Amsterdam.

Al sinds 1907 zit hier een fosfaatfabriek, zodat het adres zelfs de Fosfaatweg heet. ICL maakt hier meststoffen op basis van kalium en fosfaat en fosforzuur voor het eigen productieproces en voor de voedingsindustrie. Trots zijn ze op het feit dat hun nieuwe granulair Polysulphate inmiddels ook gecertificeerd is voor de biologische landbouw. Maar er zijn nog veel verdergaande plannen, zo vernamen Bas en Grethe.

Met de oprukkende woningbouw van Haven Stad in het vooruitzicht en de ambitie vernieuwend te zijn in duurzaamheid, denkt ICL aan verhuizen naar een plek elders in de haven. Je kunt je productieproces dan helemaal nieuw inrichten met de schoonste technieken. Echter, een verhuizing betekent ook dat je iets doet met stikstof, dat je een milieu effectrapportage moet maken en dat er gesproken moet worden over erfpacht. Bovendien wil je graag zeker weten dat je op de nieuwe locatie niet wederom in de knel komt te zitten door oprukkende woningbouw. Bedrijven als ICL denken niet in termen van 10 of 20 jaar maar eerder 50 jaar.

Niet alleen de duurzaamheidsambities van ICL brengen meerwaarde voor het NZKG-gebied, ook de werkgelegenheid is belangrijk. Naast de aloude fabriek in het havengebied heeft ICL nu ook zijn Europese hoofdkantoor in Amsterdam-West gevestigd. Het is in 2015 door Mark Rutte geopend. De overwegingen om voor Amsterdam te kiezen zijn daarbij de kwaliteit van de beroepsbevolking, inclusief de talenkennis en de centrale ligging bij Schiphol met gunstige verbindingen.

Kortom, een bezoek dat ons als Statenleden veel inzicht heeft gegeven: dank aan ICL Amsterdam voor de corona-proof ontvangst!