De VVD Noord-Holland wil de stikstofproblemen samen met
boeren, industrie, natuurorganisaties en vele anderen oplossen door de
schouders eronder te zetten. Uitspraken over hoe slecht het met de natuur gaat
en dat de bodemkwaliteit onder druk staat, helpen daar niet bij. De uitzending
van Op1 vrijdagavond heeft in dat kader tot veel oproer geleid in de agrarische
sector én (agrarische) VVD-achterban. VVD-Statenlid Bas de Wit gelooft niet in
de bangmakerij: “Het helpt niet om mensen in beweging te krijgen door te roepen
hoe slecht het gaat. Bovendien is de bodemkwaliteit niet zo slecht als sommigen
doen voorkomen. De opbrengsten van oogsten zijn in het algemeen goed, dat zou
niet kunnen als de bodem verwaarloosd zou zijn.”
In haar brief van 1 april jongstleden legt het kabinet
uit hoe zij de stikstofcrisis wil aanpakken. De VVD Noord-Holland is blij dat diverse
punten die wij hebben aangedragen, daarin zijn meegenomen. Dat gaat onder
andere om het onafhankelijk meten en monitoren van de natuurkwaliteit, de
evenredige bijdrage van alle economische sectoren en de mogelijkheden van
innovatie voor het verminderen van de stikstof die in natuurgebieden terecht
komt. In de uitwerking is veel nog onduidelijk.
In de brief van het kabinet wordt diverse keren benadrukt
dat ook het perspectief van de agrarische sector gewaarborgd moet worden. Dat
is voor de VVD Noord-Holland ook van essentieel belang. Daarom zijn wij zeer
kritisch op de (gedwongen) uitkoop van boeren. De huidige, hoge energieprijzen
laten zien wat afhankelijkheid op een buitenlandse mogendheid voor effecten kan
hebben. De VVD Noord-Holland wil niet dat we in de toekomst ook voor een andere
basisbehoefte, ons voedsel, sterk afhankelijk zijn van andere, niet-Europese
landen. Volgens De Wit is dat ook een van de functies van het platteland: “Het
platteland is geen natuurgebied met alleen museumboeren die af en toe ook een
pak melk of een bloemkool verkopen. Het grootste deel van Nederland is
plattelandsgebied. Daar wonen, werken en recreëren miljoenen mensen. Precies
die mensen werken voor onze voedselzekerheid. Dat mogen we niet verliezen.”