VVD Noord-Holland wil weten welke rol provincie heeft gespeeld bij advies vernietiging raadsbesluit

“Waarom pakt de provincie juist nu haar rol?”

De provinciale VVD heeft met verbazing kennisgenomen van de berichtgeving in het NHD over het advies dat het college van Gedeputeerde Staten aan het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft uitgebracht over de aanpassing van het Reglement van Orde van de gemeente Hoorn. Statenlid Bas de Wit begrijpt niet waarom de provincie juist bij dit onderwerp haar rol pakt. “Deze discussie gaat over de werkwijze in de gemeenteraad van Hoorn. Waarom pakt de provincie juist nu haar rol?”, wil De Wit weten.

Maximale vrijheid voor gemeenten

De discussie begon allemaal bij het besluit van de gemeenteraad van Hoorn om geen inleidingen meer toe te staan bij het stellen van schriftelijke vragen. De provincie heeft nu een advies gegeven aan het ministerie om dit besluit te vernietigen, omdat zij betoogt dat dit in strijd is met wet- en regelgeving. Juist dit argument verbaast de provinciale VVD, omdat deze werkwijze ook in de Tweede Kamer en in andere gemeenten aan de orde is. De Wit stelt zich liberaal op en wil de gemeenteraden maximale vrijheid geven: “Zolang een gemeente binnen de kaders van de regels blijft, mogen ze van de VVD lokaal bij meerderheid besluiten wat ze willen. Als een gemeenteraad besluit om alle stoelen in de raadszaal pimpelpaars met sterretjes te schilderen, houden wij ze niet tegen.”

Hoe is het balletje gaan rollen?

Daarom heeft de provinciale VVD om opheldering gevraagd bij het college van Gedeputeerde Staten. De VVD wil onder andere weten hoe het balletje is gaan rollen richting de provincie en welke argumenten zij heeft om voor vernietiging van het raadsbesluit te pleiten. “Door zo duidelijk positie in te nemen ten opzichte van Hoorn, ontstaat alleen maar gedoe onderling. Liever zien wij als provinciale VVD een krachtige samenwerking tussen gemeenten en de provincie, op onderwerpen die voor onze inwoners het verschil maken zoals woningbouw en bereikbaarheid”, aldus een relativerende De Wit. 

De schriftelijke vragen zijn in de bijlage hieronder toegevoegd.