Bijdrage fractievoorzitter Klaas-Jeroen Terwal bij de Algemene Politieke Beschouwingen

Voorzitter,

Wanneer een Engelsman, toch wel bekend om zijn verfijnde humor en gevoel voor ironie, ons ‘may you live in interesting times’ toewenst, is dat eerder als vloek dan als zegen bedoeld. Het wil uitdrukken dat het leven beter is in oninteressante tijden van rust en kalmte dan in interessante tijden van drukte en commotie. Ik denk dat we niet anders kunnen vaststellen dan dat we in interessante tijden leven.

De wereld is op dit moment getuige van een bloedig conflict tussen Hamas en Israël met vele onschuldige slachtoffers aan beide zijden en ook de oorlog die agressor Rusland voert tegen Oekraïne blijft helaas voortduren. Ook in Nederland is het een ongewoon jaar met de val van het kabinet en vervroegde Tweede Kamerverkiezingen die ons over minder dan drie weken vertellen hoe het politieke landschap veranderd is en welke partijen met elkaar de coalitieonderhandelingen ingaan. Laten we hopen dat ditmaal de formatie in Den Haag minder chaotisch verloopt en vooral korter duurt dan de vorige.

In onze eigen provincie Noord-Holland stond 2023 ook in het teken van verkiezingen en onderhandelingen met uiteindelijk het mooie coalitieakkoord ‘Verbindend vooruit!’ als resultaat. De VVD ziet het als een eerste goede stap dat het coalitieakkoord verwerkt is in de voorliggende begroting voor het jaar 2024. Dank gaat dan ook uit naar Gedeputeerde Staten en de ambtelijke organisatie voor het vele werk dat in het opstellen van deze begroting en in het beantwoorden van de vele technische vragen is gaan zitten. Complimenten!

Voorzitter, voordat ik aan het provinciale beleid en de financiële cijfers begin, wil ik allereerst een paar opmerkingen plaatsen bij de Brede Basismonitor die sinds enkele jaren als bijlage meekomt met de begroting. Ondanks alle doembeelden die sommige partijen over de staat van de provincie schetsen moet de VVD, optimistisch als altijd, toch constateren dat we op zes van de tien thema’s licht positief scoren en misschien nog wel belangrijker vier van de zes thema’s een licht positieve trend vertonen, waaronder klimaat en milieu. Ondanks dit overwegend positieve beeld schetst de monitor ook een aantal duidelijke uitdagingen.

Deze uitdagingen en nog belangrijker een eerste aanzet tot de oplossingen hiervan staan beschreven in het al eerdergenoemde coalitieakkoord. Nu de inkt van dit akkoord is opgedroogd komt het aan op de uitvoering van alle ambities en wensen. De VVD zal GS dan ook bemoedigend en waar nodig kritisch volgen bij het doortastend ten uitvoer brengen van het mede door onze partij vormgegeven akkoord onder het adagium ‘met realisme en optimisme vooruit!’. Niet geheel toevallig ook de titel van ons provinciaal verkiezingsprogramma.

Zo hebben we de enorme uitdaging om voor 2030 184.000 nieuwe woningen te realiseren in Noord-Holland. We zullen alles op alles moeten zetten om ook maar in de buurt van dit aantal te komen. Feitelijk zouden we al dit jaar de gemiddelde bouwproductie van de afgelopen jaren moeten verdubbelen om de doelstelling te halen. Extra tegenslagen, zoals de afwachtende houding van beleggers door de hoge rente en de dreigende regulering van de middenhuur, maken het niet makkelijker. De VVD vindt het daarom enorm belangrijk dat we, naast de binnenstedelijke bouwmogelijkheden, ook zo snel mogelijk dat ‘straatje erbij’ kunnen realiseren aan de randen van onder meer dorpen en kernen, de dorpslinten verantwoord kunnen verdichten en voldoende ruimte kunnen scheppen voor de transformatie naar woningen van agrarische bedrijfsbebouwing in het landelijk gebied. We zullen alle verantwoorde mogelijkheden moeten benutten!

We zien dat de gedeputeerde hard aan de slag is gegaan en voortvarend in gesprek gaat met de gemeenten. Complimenten daarvoor! We zijn benieuwd naar de planning, ook om de nodige aanpassingen in de omgevingsverordening te laten landen. Gezien de procedurele doorlooptijd van de aanpassingen zou het mooi zijn als gemeenten al kunnen anticiperen en we tussentijds al met een aantal pilots aan de gang kunnen. Wij krijgen al veel van zulke vragen vanuit de gemeenten. Mogen we dergelijke voorstellen van de gedeputeerde verwachten?

Wat ook extra druk zet op de woningmarkt in onze provincie is de huisvesting van statushouders. In antwoord op onze schriftelijke vragen geven GS aan te herkennen dat het de gemeenten moeite kost om de taakstellingen voor de huisvesting van statushouders te realiseren. De problematiek wordt volgens de VVD steeds groter en de verdringing van reguliere woningzoekenden vormt een grote bedreiging voor het draagvlak. Vanaf 1 september tot het einde van het jaar moeten er volgens uw cijfers nog 5841 statushouders gehuisvest worden. Dat is 1460 per maand. In het eerste halfjaar zijn er 371 per maand gehuisvest. Geloven GS dat het de gemeenten gaat lukken om dit aantal in de laatste maanden van dit jaar te verviervoudigen? De VVD in ieder geval niet!

Uit de antwoorden blijkt tevens dat er een limiet zit op uw capaciteit om te handhaven op de gemeentelijke taakstellingen, mede gelet op de andere toezichtsdomeinen waarvoor GS hebben gekozen. De VVD onderschrijft deze prioritering en constateert hiermee dat de houdbaarheid van de huidige regeling verder onder druk komt. Eerder hebben GS het Rijk gevraagd om een evenwichtigere verdeling met een betere spreiding over de provincies, waarbij ook rekening wordt gehouden met de woningmarktproblematiek. HHH  Het Rijk heeft toen aangegeven niet te tornen aan de huidige verdeelsleutel. Wij roepen GS op om, bijvoorbeeld in samenwerking met de andere Randstadprovincies, te lobbyen bij de kabinetsformatie om alsnog een regeling met realistische taakstellingen te krijgen. Graag een reactie.

Voorzitter, naast voldoende passende woningen is ook een goede bereikbaarheid van onze provincie een speerpunt van de VVD. Niet alleen met het openbaar vervoer of de fiets, maar ook nadrukkelijk met de auto. Keuzevrijheid in de wijze van vervoer staat voor mijn fractie hierin centraal. We betreuren het dan ook in de eerdergenoemde basismonitor te moeten lezen dat de doorstroming met de auto op onze provinciale wegen is afgenomen. Laten we beginnen de focus eerst wat aan te scherpen en het werkwoord ‘aanleggen’ toe te voegen aan beleidsdoel 4.4 van de begroting met de titel ‘infrastructuur verduurzamen, verbeteren en in stand houden’. Zonder aanleggen is ons namelijk onduidelijk hoe de afslag A9 bij Heiloo, de ontsluiting van het WFO-terrein in Zwaagdijk-Oost en de onderdoorgang van de N247 bij Broek in Waterland tot stand komen. Graag een instemmend knikje van de gedeputeerde.

Daarnaast heeft ook de VVD de brief van de 13 bewonersorganisaties uit Zaanstad-Noord onder ogen gekregen die zij afgelopen maand naar GS hebben gestuurd met hun hartenkreet om nu eindelijk te komen tot een verbinding tussen de A8 en de A9 om zo de leefbaarheid en doorstroming bij Krommenie en Assendelft te verbeteren. Daarom de volgende vragen aan de gedeputeerde: Hoe verlopen de gesprekken op ambtelijk en/of bestuurlijk niveau met het Rijk en andere partners voor het verkrijgen van financiering voor het ontwikkelde Landschapsplan en is er al meer duidelijkheid over wat UNESCO doet met het advies van ICOMOS?

Tot slot een aansporing richting de gedeputeerde om de uitrol van slimme laadinfrastructuur te bespoedigen, zeker op bedrijventerreinen, nu de zero-emissiezones in enkele Noord-Hollandse steden er rap aankomen per 1 januari 2025.

Voor een goed vestigingsklimaat is niet alleen goede bereikbaarheid van belang, maar ook een provinciale organisatie die met ondernemers meedenkt. De VVD is om die reden verheugd dat in het coalitieakkoord de ambitie opgenomen staat om de meest mkb-vriendelijke provincie te worden van Nederland. Mijn fractie verneemt graag van de gedeputeerde hoe hier uitvoering aan wordt gegeven, met name waar het de stroomlijning en vereenvoudiging van provinciale regelgeving en de versnelling van procedures en vergunningverlening betreft.

Naast het midden- en kleinbedrijf is er in Noord-Holland onder meer binnen het NZKG-gebied ruimte voor robuuste en innovatieve industriële bedrijven die bijdragen aan de verduurzaming van onze economie. Zo kunnen we als provincie en als land voorop blijven lopen in innovatie en voorkomen dat we nog kwetsbaarder worden voor negatieve geopolitieke ontwikkelingen en moeten leunen op bedrijven in landen waar er een stuk slechter wordt omgegaan met mens en milieu. Om het industriële cluster te versterken moeten ondernemers en overheden nauw samenwerken om ons vestigingsklimaat te verbeteren. Daar hoort bij dat we aandacht hebben voor de scholing van voldoende technisch personeel dat bij kan dragen aan de gewenste energietransitie en circulaire economie. In de IJmond gaan nu ideeën op om te komen tot een techcampus met aandacht voor de vraag naar zowel theoretisch als praktisch opgeleiden en de interactie tussen grootbedrijf en mkb. De VVD denkt dat deze economische versterking van de IJmond een kans is die we moeten pakken en waarop we met een onderzoek naar een techcampus kunnen doorpakken en vraagt de gedeputeerde of zij deze mening deelt.

Voorzitter, dan de grote verduurzamingsopgave waar we voor staan. Voor de VVD is altijd een belangrijk punt geweest dat deze transitie met draagvlak van inwoners en ondernemers plaatsvindt. En draagvlak creëer je door er als provincie voor te zorgen dat de randvoorwaarden op orde zijn, waaronder een goed werkend energienet. Nu we de alarmerende berichten horen van onze netbeheerders dat de energienetten overbelast dreigen te raken en daarmee de energietransitie, het verduurzamen van bedrijven en de woningbouwopgave in gevaar komt, is meer dan ooit een sterke provinciale regierol nodig met sterke betrokkenheid van het bedrijfsleven. Daarom dient de VVD de volgende motie in met als dictum: ‘Verzoeken het College van Gedeputeerde Staten om: Vanuit de Taskforce in gesprek te gaan met vertegenwoordigers van bedrijven en bedrijvenorganisaties om te verkennen hoe de provinciale regierol inzake de energiecongestie verder ingevuld en verzwaard kan worden; Hierbij nadrukkelijk het gesprek te zoeken met zowel de aanbodkant als de vraagkant van het bedrijfsleven, en te zoeken naar kansen voor samenwerking bijvoorbeeld door te experimenteren met energiecoöperaties; Bij de verdere invulling van de provinciale regierol expliciet te onderzoeken wat nodig is om de procedures te versnellen, de benodigde infrastructuur (versneld) aan te leggen en innovatie oplossingen (financieel) te kunnen stimuleren; Hierbij samen op te trekken met de lokale overheden bij de verdere uitvoering van de uitkomsten van dit onderzoek; Daarnaast kansen en knelpunten vanuit de landelijke wet- en regelgeving te identificeren, deze aan te kaarten bij het Rijk en te zoeken naar financieringsmogelijkheden; Uiterlijk op 1-5-2024 aan Provinciale Staten te rapporteren over de uitkomsten van bovengenoemde verkenning, zodat bij de behandeling van een begrotingswijziging gedurende 2024 eventueel aanvullend budget door Provinciale Staten beschikbaar kan worden gesteld voor de “Adaptieve Uitvoeringsagenda Energie-infrastructuur” binnen de programmabegroting “Bijdragen aan de energietransitie”.’ Deze motie is medeondertekend door JA21, CDA en BBB.

Ook zijn voor draagvlak voor de gewenste energietransitie heldere kaders nodig over waar in de provincie de voorkeur naar uitgaat bij het plaatsen van windmolens en zonnepanelen. Zo hebben we in het coalitieakkoord afgesproken dat bij zonnepanelen als eerste moet worden gekeken naar de mogelijkheden voor plaatsing op daken en dat bij windmolens locaties waar zich minder geluidsgevoelige objecten bevinden, zoals industrieterreinen, de voorkeur hebben. Deze voorkeursvolgorde gaat uitgewerkt worden in een afwegingskader in de vorm van een zonneladder en een windladder. Wanneer mogen wij deze ladders verwachten vraag ik aan de gedeputeerde.

Naast de energievoorziening staat ook de landbouw voor een grote transitie om zo uit de stikstofklem te geraken en te zorgen voor een landelijk gebied waar boeren toekomstperspectief hebben. Stappen daar naartoe zijn een provinciale doelenbank voor de legalisering van onder meer PAS-melders. Wanneer verwacht de gedeputeerde de eerste contouren van zo’n doelenbank aan PS te sturen? Ook willen we mogelijkheden creëren voor bedrijven om een deel van hun stikstofruimte tijdelijk in te perken en beschikbaar te stellen voor onder andere versterking van de energienetten, woningbouw en de verduurzaming van bedrijven. Kan de gedeputeerde al een eerste doorkijk bieden hoe deze vorm van verleasen mogelijk gemaakt kan worden en wanneer de Staten een eerste voorstel daartoe kunnen ontvangen? Tot slot vraag ik de gedeputeerde welke stappen worden gezet om spoedig het eigen risico bij ganzenschade te verlagen van de huidige 20 naar 5%? Een verlaging waar de boeren zeer naar uitkijken.

Tot slot voorzitter, de financiën. De VVD is blij te vernemen dat de begroting voor 2024 sluitend is. Wel hadden we liever gezien dat de begroting ook voor de jaren 2025 tot en met 2027 sluitend zou zijn, al beseffen we ons dat het om kleine tekorten gaat en deze met de extra gelden uit de septembercirculaire van dit jaar alweer weggepoetst kunnen worden. Om toekomstige tekorten tegen te gaan is naast de taakstellingen ook nodig dat al teveel planningsoptimisme wordt tegengegaan. Vaak hebben uitgaven in het verleden een goede voorspellende waarde voor uitgaven in de toekomst. Mochten de uitgaven in het verleden structureel lager liggen dan de uitgaven in de toekomst, dan kunnen ook deze omlaag gebracht worden. Hiermee wordt als het ware de overbodige lucht uit een begroting gedrukt. Kan de gedeputeerde toezeggen dat nog eens scherp naar alle posten gekeken wordt om dit planningsoptimisme tegen te gaan?

Ook zien we deze periode voor het eerst een omslag binnen het provinciale financiële beleid van zelf financieren naar lenen. Dit hoeft geen probleem te zijn, maar met de stijgende rentes is het wel zaak dat dan de treasuryfunctie van de provincie goed wordt ingevuld. Graag zouden we hier meer informatie over willen ontvangen van de gedeputeerde hoe deze functie binnen de provinciale organisatie geborgd is bijvoorbeeld door middel van een technische briefing. Is de gedeputeerde hiertoe bereid?

Voorzitter, ik rond af. Mijn fractie beseft zich dat we de gedeputeerden veel vragen hebben gesteld over de voortgang van allerlei, mede voor de VVD, belangrijke dossiers. We hopen dat GS dit zien als een bemoedigende aansporing om snel aan de slag te gaan met de uitvoering van het mooie coalitieakkoord dat vandaag vier maanden oud is. Gezien de grote uitdagingen die er voor ons liggen, is er geen tijd te verliezen, waarbij ik de hoop uitspreek dat we deze uitdagingen gezamenlijk met alle partijen in de Staten en onze inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties kunnen oppakken in goede harmonie en met begrip voor elkaars standpunten. Laat ik afsluiten met waarmee ik mijn inbreng begon door voor de komende Statenperiode te hopen ‘that we may live in uninteresting times’.

Dank u wel.