De gemeente Amsterdam heeft andere gemeenten in Noord-Holland verzocht om voor 1200 statushouders permanente woningen te regelen. In ruil daarvoor vangt de hoofdstad eenmalig 1200 asielzoekers op die nog geen verblijfsvergunning hebben. Met dit voorstel werkt Amsterdam grotendeels haar achterstand met betrekking tot het plaatsen van statushouders weg. Het voorstel wordt gesteund door demissionair minister De Jonge (Binnenlandse Zaken) en demissionair staatssecretaris Van der Burg (Asiel). In hun brief aan de Commissaris van de Koning wordt benadrukt dat de voorgestelde uitruil van asielzoekers en statushouders vooruitloopt op de invoering van de Wet versterking regie volkshuisvesting en de Spreidingswet. De laatste is nog niet van kracht aangezien de wet nog moet worden goedgekeurd door de Eerste Kamer. Bij de BBB en de VVD roept deze kwestie de nodige vragen op. Vandaar dat Joost van Gilse namens de VVD samen met de BBB schriftelijke vragen heeft ingestuurd ter beantwoording door Gedeputeerde Staten.
In deze vragen willen de
BBB en de VVD onder andere van het College weten wat de financiƫle gevolgen van
deze eventuele uitruil zijn voor de gemeenten in Noord-Holland. Wordt er
vergoeding gegeven aan de gemeenten voor de extra plaatsing van statushouders?
De gemeente Amsterdam kan door het huisvesten van extra asielzoekers
immers een flinke vergoeding tegemoet zien. Ook vragen de BBB en VVD
zich af wat de rol van de provincie is in deze uitruil en hoe de provincie
voorkomt dat gemeenten buiten Amsterdam de taakstelling voor het huisvesten van
statushouders en asielzoekers voor een meer dan gelijkwaardig deel moeten
opvangen. Daarnaast maken ze zich zorgen over het feit dat in bijna alle
Noord-Hollandse gemeenten de wachtlijsten voor woningzoekenden al heel erg
lang zijn. Daar bovenop wordt de taakstelling voor huisvesting van
statushouders nu al door de meeste gemeenten niet gehaald, zodat er zeker
geen extra woningen voor statushouders beschikbaar zijn. Hierover stelde de VVD
in oktober al kritische vragen.
Aan Gedeputeerde Staten de vraag of ze voor deze problemen een oplossing voor zich zien.